Lac de Fragne is een van de enige meren waar niet gewerkt wordt met ‘vaste stekken’ en ‘gerasterde visserij’. Dit houdt in dat je bij aankomst mag kiezen van waaruit je vist, waarheen en wanneer je verkast en waarheen je vist. Toch is het uiteraard zo dat er niet overal mag gezeten mag worden om te vissen. Ten eerste omdat lang niet alle aanpalende oevers bij het meer horen (m.a.w.: vele stukken zijn eigendom van iemand anders), ten tweede omdat het onze bedoeling is om de omgeving zoveel mogelijk rust te gunnen en om de oevervegetatie in stand te houden. Verwacht dus ook geen voorgemaakte stekken, voorzien van gravel of trapjes. De grens tussen ‘natuur’ en ‘stek’ is op Lac de Fragne flinterdun.
Hieronder vind je alvast een kaart en beschrijving van de tien huidige zitzones. De plekken zelf zijn voorzien van een subtiele nummering (aangebracht op een bordje), om misverstanden te vermijden. Zones 4 t.e.m. 10 zijn genummerd aan de waterkant en zijn dus enkel zichtbaar vanuit de boot, laag tegen het wateroppervlak. Wanneer de zones niet gerespecteerd worden, volgt onmiddellijke uitsluiting. Ook voor wat vissen in het reservaat betreft, is er een nultolerantie. De uiterste zitzone is stek 8, de uiterste viszone bevindt zich een dertigtal meter rechts van stek 8, afgebakend door een reusachtige oeroude boom die in het water ligt, voorzien van verbodsbordje (zie foto verderop).
[klik op de afbeelding om deze extra te vergroten]
Zone 1: Deze zone bevindt zich in de linkerhoek aan de kop van het meer. Van hieruit kun je het diepere gedeelte van Lac de Fragne bevissen. Ook kun je van op dit punt makkelijk langs de oude dijk vissen. Op deze plek kun je makkelijk in het water wandelen. Het water wordt er erg geleidelijk dieper en de ondergrond bestaat er volledig uit zand. In feite is de hele hoek een aflopend zandstrand van ca. 75 x 200 meter. Er kan een één- of eventueel tweepersoonstent worden opgezet. Zowel met de wagen (via de departementale weg) als te voet bereikbaar.
Zone 2: Deze zone ligt vlak naast de trailerhelling, in de rechterhoek aan de kop van het meer. Ideaal voor mensen die graag dicht bij de bewoonde wereld blijven. Ook vanuit deze zone kunnen zowel het diepere deel van het meer als de zone tegen de dijk worden bevist. Net zoals in zone 1 heb je te maken met een erg geleidelijk aflopende keitjesstrook. Hou er wel rekening mee dat alle organisch materiaal (bladeren, takken ...) hier terecht komen o.i.v. de wind. Dat heeft zowel voor- als nadelen ...
Zone 3: Deze zone ligt iets verder van de baan, iets meer tussen het groen. Je kunt van hieruit het diepere gedeelte van Lac de Fragne bevissen en eventueel ook de dijkzone bereiken. Er ligt een aarden (soms ook modderig) gemeenschappelijk paadje achter de zone, waar sporadisch een jager of landbouwer voorbijkomt. Tenten zet je dus best niet hier op, maar enkele meters dichter naar de baan toe, waar een lap grasland ligt, vlakbij een klein stenen hokje. De bodem bestaat hier uit hardere keien of geërodeerde gesteenten en loopt wat sneller af dan in zone 1 en 2.
Zone 4: Deze zone ligt in de kleine zijarm van Lac de Fragne, tussen de weiden en de bomen. Het is een van de plekken waar je je volledig in de natuur waant. Je herkent de stek doordat ie de vorm van een uitgegraven halve maan heeft. Er kunnen tot twee éénpersoonstenten worden geplaatst, al staat alles dan wel zeer compact (UK-style) opgesteld. De échte karpervisser-natuurliefhebber zal het hier zeker naar zijn zin hebben. De zones zijn omgeven door struikgewas, varens en omgevallen bomen en liggen er dus in bepaalde perioden wat verwilderd bij. Dé plaats bij uitstek om ongestoord te vissen. Je hebt er een perfect overzicht van de kleine arm. Een boot om ter plekke te geraken is een must.
Zone 5-6-7: Ongetwijfeld de meest comfortabele plekken. Er kunnen makkelijk drie tenten dicht bij elkaar geplaatst worden, aan de rand van een bosrijk schiereiland. De ‘landtong’ maakt het mogelijk om in elkaars buurt te vertoeven, maar toch ver genoeg uit elkaar te vissen. Hier heb je het gevoel dat je haast volledig omringd bent door water. Dat is ook zo, want deze zones zijn onmogelijk te bereiken zonder boot. Dit is de uitvalsbasis voor karpervissers die vanaf één bepaald punt toch een zo groot mogelijk deel van het meer willen kunnen bevissen. Het water rondom de oevers is ongeveer (seizoensgebonden) een halve meter diep en de zandige bodem loopt langzaam af om op een twintigtal meter te veranderen in kleiachtige tot modderige substantie.
Zone 8: Dit is de plek van waaruit je de grote zijarm het best kunt bevissen. Ook deze stek is laag tegen het wateroppervlak gelegen en heeft de vorm van een halve maan. Er kan een één- of tweepersoonstent worden geplaatst, vlak naast het uitgegraven stukje, aan de rand van het meer. Door de centrale ligging in de grote arm is het mogelijk om zowel een groot stuk naar links als rechtdoor te vissen. Naar rechts mag amper worden uitgeweken, want daar start het reservaat (zie verder). Ook van hieruit kun je tamelijk ‘overzichtelijk’ vissen. Het is er heerlijk vertoeven in de natuur. Zonder boot kun je deze zone simpelweg niet bereiken. Het is geenszins de bedoeling dat tenten verderop in de arm worden neergepoot of dat er vanop andere stukken oever wordt gevist. De uitloper van de lange arm is voorbehouden als rustzone / reservaat voor vissen en wilde dieren zoals herten en everzwijnen. Bij schending van deze regel volgt onmiddellijke uitsluiting. Het uiterste punt waar gevist mag worden, wordt gekenmerkt door een gigantische boom die al jaar en dag in het water ligt. Vanaf hier stopt het bevisbare stuk water en start de beschermde zone.

[De boom die het begin van het reservaat inluidt. Verder zitten of vissen is verboden!]
Zone 9: In april 2012 werd er een compacte stek voorzien die zich aan de overkant van stekken 5 en 6 bevindt. Zone 9 is zonder twijfel de beste observatiepost, omdat je vanuit dit punt minstens 80% van het gehele wateroppervlak kunt overzien. De uitstekende ligging maakt het immers mogelijk een inkijk in zowel de korte als lange arm te hebben. Stekken die vanaf zone 6 erg frequent bevist werden, zijn van hieruit te bereiken met een simpele onderhandse worp. Grappig om te merken dat deze stek heel vaak compleet genegeerd wordt door vissers.
Zone 10: Deze ruime zone kan worden gebruikt als uitvalsbasis om 'de struikhoek', het aflopend zandstrand of het open water te bevissen. Eenzame zielen kunnen rekenen op het gezelschap van een handvol nieuwsgierige koeien. Nergens op het meer zul je een bodem aantreffen die zo clean is als in deze hoek. Een grote lap zand en keitjes, da's de simpele samenvatting.
[Blik op de grote zandvlakte t.h.v. zone 10]
Over dieptes en bodem: de dieptes van het meer schommelen tussen de 30 centimeter en 5 meter. De ondiepste zones bevinden zich in de uiterste uiteinden van de twee armen. Hier is de bodem vrij modderig / blubberig. Vanaf het uiteinde van de armen (de delta's) loopt de diepte op tot 2 meter. In de lange arm is de bodem aan de kanten vrij hard, in de zijarm varieert dit.
De gemiddelde diepte in de centrale zone van het meer schommelt tussen de 2.5 en 3.2 meter. De bodem is hier slibachtig. Wel is het mogelijk om - na lang zoeken - ietwat hogere (en dus minder zachte) plekken te lokaliseren. Een werk van lange adem, maar vrij interessant.
[Overzicht korte arm tijdens totale drooglegging]
Aan de dijk loopt de diepte op tot 3.5 - 4 meter en op het diepste punt 5 meter. Logisch, want de sluizen zitten hier en op deze plaats staat het water dus het hoogst. Over het algemeen kun je stellen dat de kantzones van het meer (de eerste 15 meter vanaf de oevers) uit keiharde zandbodem bestaan. De diepte varieert tussen de 75 cm en 2 meter. Een groot contrast dus met de slibachtige centrale zones. Tot slot nog even meegeven dat er verschillende beddingen in het meer liggen (zie foto hieronder). Wie ze terugvindt en z'n aas in zo'n geul(tje) deponeert, zit op goud.
Over obstakels: vrij weinig obstakels op Fragne. Omgevallen bomen vormen de hoofdmoot van de obstakels (jaarlijks vallen er tussen de vijf en tien bomen om door erosie). Hou een veilige afstand a.u.b. Je zou zeker niet de eerste zijn die er een vis in kwijt raakt, met alle gevolgen vandien voor de bewuste karper. Oja, let ook op voor de onderwaterrots die zich bevindt op de hoek tussen zones 4 en 10. Vlijmscherpe gesteenten zitten er op amper 20 centimeter onder het wateroppervlak.
[Voorbeeld van een typische Fragne-obstakelstek]






